-
1 menace
n. bedreiging; gevaar; storing--------v. dreigen, in gevaar brengen, riskerenmenace1[ mennis] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:a menace to peace • een bedreiging van de vrede————————menace2〈 werkwoord〉 -
2 filled with menace
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский